maandag 21 januari 2013

Sterckwijck 15 september 2008


Sterckwijck 15 september 2008

Geplaatst door: 15/09/2008
Maandag 15 september 2008 prolongatie van de opgraving.
Vandaag is een begin gemaakt met de voltooiing van de opgraving Sterckwijck, die van start ging op 7 mei 2007 en half januari 2008 werd onderbroken. Na  een rustperiode van ongeveer 8 maanden hebben de archeologen weer bezit genomen van Sterckwijck. De eerste periode kon niet voltooid worden omdat nog niet alle grond waarop gegraven mocht worden in bezit was van de Gemeente Boxmeer. Daar is nu verandering in gekomen.
De komende maanden zal Sterckwijck weer omgetoverd worden in een heuvellandschap. De verwachtingen zijn hooggespannen. In 2003 heeft men bij het proefsleuvenonderzoek onder leiding van Mieke Hissel van het AAC veel sporen aangetroffen die in de richting wijzen van een grafveld.
Vandaag was de hereniging met het opgravingsteam van de 1e campagne. De leiding heeftNienke Prangsma van het ADC Amersfoort. Verder werken mee Hilde, Bianca, Femke, Marieke, Chris, Roy, Wouter, Jasper en Bram. Er wordt gebruik gemaakt van 2 graafmachines.
Samen met Ton Hermers uit Boxmeer, die weer teruggekeerd is van een verblijf van 9 jaar op Aruba, heb ik een bezoek gebracht aan de opgraving. Ton heeft zich altijd bezig gehouden met de archelogie met als specialisatie De Steentijd. Het toeval wil dat na een half uur er een prachtige kling van vuursteen tevooorschijn kwam uit de eerste opgravingsput. De lengte ervan bedroeg maar liefst 12 cm en was gemaakt van Rijckholt vuursteen. ( zie foto)
Een impressie van de eerste dag:
12_2Het kantoor in opbouw.
3Hernieuwde kennismaking.
45Ton Hermers bewondert de 12 cm lange vuurstenen kling.
6Het eerste graf dient zich aan.Jasper kijkt toe.
79Nienke en Roy bespreken de vondst.
8Archeoloog Chris schaaft de grond met een schop.
20Jong geleerd is oud gedaan.
Deze jonge man toonde veel belangstelling voor de opgraving. Na eerst op een afstand alles gade geslagen te hebben, kon hij zijn begrijpelijke nieuwsgierigheid niet bedwingen en met een grote sprong stond hij in de opgravingsput.
Het betreden van de opgravingensputten moet zoveel mogelijk gemeden worden omdat er zich in de put sporen bevinden. Deze sporen zijn na zorgvuldig schaven van het oppervlak te voorschijn gekomen. Door betreden van de put verdwijnen deze sporen en moet al het schaafwerk opnieuw gedaan worden. Ook is het de bedoeling dat alle kaartjes bij de sporen blijven liggen en dat de palen op hun plaatsen blijven staan. Dit om het werk van de archeologen niet te hinderen en te vertragen. De jonge man begreep het en keek van kleine afstand op de rand van de put hoe het werk vorderde. We zullen hem ongetwijfeld terugzien.
Gegroet
Dick Reijnen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten