Vandaag 4 juli werd er voor de Historische Verenigingen in het Land van Cuijk een archeologische rondleiding gegeven. Door de slechte weersomstandigheden was de opkomst matig te noemen. Slechts 13 personen hadden het weer getrotseerd. Ook Jolanda Bos van Past2present was aanwezig. Na een hartelijke ontvangst werden we begeleid naar een ruimte waar men een kleine expositie met vondsten en foto’s had ingericht. 
Hier werd ook, door archeoloog Sander Hakvoort, uitvoerig uitleg gegeven over de stand van zaken. Alles was duidelijk goed gedocumenteerd op wandkaarten aangegeven.
Ook kon men een aantal foto’s bekijken. Op een laptop werden opgravingssituatie weergegeven. Hierna, het was immiddels droog geworden, trokken we gewapend met laarzen, regenjassen en paraplu’s het veld in.
Ook daar kregen we op tal van plaatsen uitleg over de werkzaamheden en over de moderne digitale technieken van tekenen, die natuurlijk ook in de archeologie hun intrede gedaan hebben. Alle sporen werden geregistreerd middels een laser die weer met een digitaal veldboek( soort laptop)verbonden was, waarop de tekeningen zichtbaar gemaakt konden worden.
Voor een archeologische opgraving is het van groot belang dat de plek van vondsten en sporen op een juiste manier vastgelegd worden. De positie van vondsten is een belangrijke informatiebron, naast de vondsten zelf, over het gedrag van de toenmalige mensen. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat er in toenemende mate gebruik wordt gemaakt van moderne digitale hulpmiddelen voor de plaatsbepaling. Hiervoor gebruikt men een Total Station.
Onder een "Total Station" wordt de combinatie verstaan van een infrarood-theodoliet, een apparaat om hoeken en afstanden te kunnen meten en in een bijhorend digitaal veldboek op te slaan. Later kan deze informatie meteen in een computer verwerkt kan worden. Hiermee kunnen meetsystemen worden uitgezet, hoogtemetingen worden genomen en vondstlokaties worden ingemeten. Het is zelfs mogelijk om direct in het veld een digitale veldtekening te maken.
Ook maakt men gebruik van GIS
Bij de uitwerking van een grafveld, een heiligdom, een nederzetting of een hele regio, vrijwel altijd wordt de archeologische informatie op kaarten gepresenteerd. Het bekijken en interpreteren van de verspreidingspatronen, in combinatie met bijvoorbeeld het landschap, is traditioneel in de archeologie ingebed. Voor het beheer en de analyse van ruimtelijke informatie is tegenwoordig speciale software beschikbaar. Geografen hebben hiervoor zogenaamde Geografische Informatie Systemen (GIS) ontwikkeld, die zowel ruimtelijke (cartografische) als inhoudelijke (tekstuele) informatie met elkaar kan combineren.
Na nog wat opgravingsputten bekeken te hebben
trok men weer naar de expositieruimte waar men in de gelegenheid was tot het stellen van vragen.
Een interessante middag die, ondanks het slechte weer, geslaagd genoemd mag worden.
Tot een volgende keer, Dick Reijnen, amateur archeoloog te Boxmeer.
Hier werd ook, door archeoloog Sander Hakvoort, uitvoerig uitleg gegeven over de stand van zaken. Alles was duidelijk goed gedocumenteerd op wandkaarten aangegeven.
Ook kon men een aantal foto’s bekijken. Op een laptop werden opgravingssituatie weergegeven. Hierna, het was immiddels droog geworden, trokken we gewapend met laarzen, regenjassen en paraplu’s het veld in.Ook daar kregen we op tal van plaatsen uitleg over de werkzaamheden en over de moderne digitale technieken van tekenen, die natuurlijk ook in de archeologie hun intrede gedaan hebben. Alle sporen werden geregistreerd middels een laser die weer met een digitaal veldboek( soort laptop)verbonden was, waarop de tekeningen zichtbaar gemaakt konden worden.
Voor een archeologische opgraving is het van groot belang dat de plek van vondsten en sporen op een juiste manier vastgelegd worden. De positie van vondsten is een belangrijke informatiebron, naast de vondsten zelf, over het gedrag van de toenmalige mensen. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat er in toenemende mate gebruik wordt gemaakt van moderne digitale hulpmiddelen voor de plaatsbepaling. Hiervoor gebruikt men een Total Station.
Onder een "Total Station" wordt de combinatie verstaan van een infrarood-theodoliet, een apparaat om hoeken en afstanden te kunnen meten en in een bijhorend digitaal veldboek op te slaan. Later kan deze informatie meteen in een computer verwerkt kan worden. Hiermee kunnen meetsystemen worden uitgezet, hoogtemetingen worden genomen en vondstlokaties worden ingemeten. Het is zelfs mogelijk om direct in het veld een digitale veldtekening te maken.
Ook maakt men gebruik van GIS
Bij de uitwerking van een grafveld, een heiligdom, een nederzetting of een hele regio, vrijwel altijd wordt de archeologische informatie op kaarten gepresenteerd. Het bekijken en interpreteren van de verspreidingspatronen, in combinatie met bijvoorbeeld het landschap, is traditioneel in de archeologie ingebed. Voor het beheer en de analyse van ruimtelijke informatie is tegenwoordig speciale software beschikbaar. Geografen hebben hiervoor zogenaamde Geografische Informatie Systemen (GIS) ontwikkeld, die zowel ruimtelijke (cartografische) als inhoudelijke (tekstuele) informatie met elkaar kan combineren.
Na nog wat opgravingsputten bekeken te hebben
trok men weer naar de expositieruimte waar men in de gelegenheid was tot het stellen van vragen.Een interessante middag die, ondanks het slechte weer, geslaagd genoemd mag worden.
Tot een volgende keer, Dick Reijnen, amateur archeoloog te Boxmeer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten