Spinsteentjes
Geplaatst door: dickreijnen 08/08/2007
Spinsteentjes
Op Sterckwijck zijn tot nu toe enkele spinsteentjes of spinklosjes gevonden. Men vond ze in waterputten en afvalkuilen.
Hieruit kan men concluderen dat men wol verwerkt heeft tot kleding. Wol kon men verkrijgen middels ruilhandel maar men hield ook schapen voor de wol productie. De schapen zorgen naast de wol ook voor vlees, melk en mest voor op het land.
.
Het is uit vondsten elders gebleken dat de mensen in die tijd plantaardige vezels verwerkten tot kleding. De plantensoort die men hiervoor gebruikte was vlas. Het werd verwerkt tot linnen.
Spinsteentjes en spinklosjes worden dus al duizenden jaren gebruikt om met de hand een woldraad of vlasdraad te spinnen. Ze vormde samen met een stokje van ongeveer 30 cm lengte, dat aan een kant een verdikking had de spintol of spindel. Spinklosjes hebben een taps toelopend gat en worden over het stokje geschoven tot dat het op de verdikking vast komt te zitten of het zichzelf vastklemt. Het woordje tol geeft al eigenlijk aan dat men het stokje als een tol kon ronddraaien weliswaar niet op de grond maar boven de grond. Men deed dit met de duim en wijsvinger. Men bond aan het stokje een draadje wol vast dat op zijn beurt weer boven aan het stokje werd vastgezet middels een lus. Dat draadje was en bleef steeds verbonden met een grote pluk vezelige schapenwol. Van deze grote pluk vezels werden steeds kleine plukjes getrokken tot een bepaalde lengte en vervolgens werden die dan weer opgedraaid tot een vaste draad door de draaiende beweging van de spintol. Het was wel de bedoeling om een mooie draad te maken die overal dezelfde dikte had. Hoe langer men de pluk wol uittrok hoe dunner de draad werd. Dit werd gedaan naar gelang men de dikte van de draad wenste.
.
De wol moest wel van te voren ontdaan worden van allerlei vuil dat zich in de vacht had opgehoopt Ook moest men de wol kaarden. Dit is het uit de war halen van de vezels, waarvoor men een kam gebruikte. Dat maakte het spinnen makkelijker omdat de vezels daardoor op een lijn kwamen te liggen. De wol mocht ook niet te sterk gewassen worden omdat door de aanwezigheid van lanoline(wolvet) het spinnen een stuk soepeler ging. De draad die klaar was, werd opgedraaid op het houtje dat dus ook de functie van spoel had. Spinsteentjes zijn meestal gemaakt van gebakken klei. Klosjes zijn vaak gemaakt van glas, barnsteen en been maar deze zijn vrij zeldzaam. In de IJzertijd maakte men ze voornamelijk van aardewerk. Omdat deze steentjes vrij zwaar zijn kon de spindel of spintol lang draaien. De draaiende beweging moest steeds herhaald worden. De op Sterckwijck gevonden aardewerk spinsteentjes zullen zeker lokale produkten zijn. Ik heb hier momenteel geen foto’s van. De onderstaande spinsteentjes zijn in de loop der tijd door mij gevonden.
Mooie spinsteen met een napje. Ze zijn bij elkaar gevonden in Boxmeer. Waarschijnlijk werd het napje gevuld met water om de vingers tijdens het spinnen vochtig te houden waardoor het spinnen vlotter verliep.
.
In de Late Middeleeuwen zijn steengoed spinklossen vanuit het Rijnland in Duitsland veelal ingevoerd. Het waren bijproducten van de pottenbakkersindustrie. Deze late spinklosjes worden ook nu nog regelmatig op akkers aangetroffen.
.
Weven.
De draden, die op het houtje gerold waren tot er niets meer bij kon, werden op hun beurt gebruikt bij het weven. Dit weven gebeurde op een staand weefgetouw dat soms wel een paar meter breed was. De hangende draden(kettingdraden) op zox92n weefgetouw werden op spanning gehouden door weefgewichten. Fragmenten hiervan zijn op Sterckwijck aangetroffen in een waterput.
Weefgewichten werden gemaakt van gebakken klei in de vorm van een driehoek naar boven spits toelopend. Aan de bovenkant werd door dit gewicht een gat gemaakt zodat men er makkelijk een touw aan vast kon maken. Soms gebruikte men ook Maaskeien.
Het weven gebeurde volgens het principe van schering en inslag.
Op deze manier kreeg men lappen stof waarvan kleding gemaakt kon worden.
Die kleding was zeker nodig in het klimaat dat er toen in Nederland en dus ook op Sterckwijck heerste. Men wist uit ervaring dat wol goede beschermende eigenschappen had tegen de kou dat geldt in de tegenwoordige tijd ook nog.
Tot op heden zijn er geen sporen gevonden op Sterckwijck die wijzen op vlasproductie.
Dick Reijnen,
vondsten/foto’s Dick Reijnen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten