Opgravingscampagne centrum Boxmeer deel VIII
Geplaatst door: dickreijnen02/07/2011
De geschiedenis van de kern van Boxmeer, rondom de St. Petrusbasiliek, kan met 400 jaar vervroegd worden, door een bijzondere vondst in de eerste week van de opgraving.
Vervolg van deel VII. Klik op ook op juni rechtsboven(blauw) voor het hele verslag over deze opgraving vanaf deel I
De eikenhouten restanten van de waterput kwamen onder een donker grijze verkleuring te voorschijn op een diepte van 2,5 meter beneden het maaiveld; daar waar de grove eikenhouten planken(stukken gekapte boomstammen) in het grondwater zaten, zijn deze goed bewaard gebleven. Alles wat zich boven het grondwater bevond is in de loop de eeuwen verdwenen en heeft zijn sporen achtergelaten in donkere grijze verkleuringen. Het blijkt dat er voor de houtverbindingen houten deuvels zijn gebruikt. Er zijn er een aantal gevonden. Een deuvel zat nog tussen 2 planken en was ongeveer 15 cm lang.
Vorige week schreef ik dat de vondsten uit deze bijzondere waterput waarschijnlijk dateren uit de vroege Middeleeuwen, de Frankische tijd, die verdeeld kan worden in een Merovingische enKarolingische periode. Indien het deze periode betreft, is dit voor de ontstaansgeschiedenis van Boxmeer van groot belang.
De waterput gaf een prachtig versierde aardewerk scherf met kerf- en stempelindrukken prijs. Zeer verrassend was de vondst van een bronzen haarnaald (voorbeeld). Deze haarnaald kan door zijn specifieke vorm uitsluitsel geven over de preciese ouderdom van de waterput. Het blijft gissen maar t.z.t. zal dit blijken een na uitgebreid onderzoek van de vondsten.
Intussen is, na uitgebreid onderzoek door de specialisten van het ARC vast komen te staan dat de haarnaald en het aardewerk te dateren zijn in een periode tussen 740 en 820 na Chr., de Karolingische tijd.
Daarmee is tevens ook de waterput gedateerd. Uit andere donkere grijze plekken kwam ook aardewerk uit die tijd tevoorschijn.
Waar waterputten zijn, is ook bewoning!!!!
Hiermee is bewezen dat de kern van Boxmeer op de hooggelegen plek bij de St. Petrusbasiliek reeds in de 8e eeuw bewoond was en dat er waarschijnlijk ook een Kerkje, Kapel of een Heiligdom heeft gestaan op deze hooggelegen plek.
Een van de eerste archeologische onderzoeken te Boxmeer werd na de Tweede Wereldoorlog uitgevoerd door de archeoloog Glazema en wel op de plaats waar de verwoeste Sint Petrus kerk lag. Men vond resten van een oud zaalkerkje uit de 11e eeuw.
In het jaar 2000 is er op het Zand te Boxmeer een Merovingisch grafveld gevonden. Een munt uit een graf is toen gedateerd uit 705 na Chr. ,dus ook de 8e eeuw. Of er een link gelegd kan worden vanuit de bewoning in het gebied bij de St. Petrusbasiliek en dit grafveld op het Zand , is gissen, het kan zeer wel mogelijk zijn.
Wij wachten op onderzoek van het eikenhout uit de waterput. Door dendrochronologisch onderzoek kan met bepalen in wel jaar de eik, waarvan de delen van de stam gebruikt zijn, gekapt is.
Er komt t.z.t. een uitgebreid verslag van deze opgraving .
Een fotoreportage:
De put tekent zich af op 3 meter diepte.
Overleg door de archeologen, Brand Klooster, Marcel Botermans en Andrxe9 Pleszynski over de te volgen tactiek bij opgraving van de waterput.
Op de bovenzijde van de haarnaald bevond zich een roestklomp. Met behulp van rxf6ntgenstralen kan met zien hoe de versiering van de naald eruit ziet. Heel bijzonder. De haarnaald wordt gerestaureerd en zal t.z.t. hopelijk een topstuk zijn in het nieuwe Museum Gemeente Boxmeer.
Inmiddels is er onderzoek gedaan. Het blijkt dat het bovenste deel van de haarnaald bestaat uit een lepelvorm, typisch voor de Karolingische periode.
Foto's en reportage,
Dick Reijnen, met dank de archeologen van het ARC.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten