Boxmeer
Geplaatst 09/05/2007
Terugblik
Boxmeer, een verslag
16-10-2000
Reddingsoperatie ‘t Zand Boxmeer.
Op de oude oeverwal aan `t Zand te Boxmeer liet de Gemeente Boxmeer een nieuwe riolering aanleggen.
Naar mijn verwachting zou op deze plek wel eens de Romeinse weg aan het licht kunnen komen. Men is aan de zuidzijde(bij de Nepomukkapel, splitsing Veerstraat) begonnen.
In het begin heb ik enkele weken te vergeefs gezocht!
Een enkel ijzertijd scherfje. Een zijde van de sleuf was verstoord door het lang geleden aanleggen van het riool.
De andere zijde van de sleuf vertoonde veel verstoringen en een diep liggende ongestoorde grondlaag.
`s Maandag is men met de werkzaamheden op een interessante plaats aangekomen, vlak bij het eerste huis aan de linker kant. Daar lag donkergrijze laag doorlopend over een tiental meters. Deze laag werd steeds dunner en ging langzaam over in een hoger gelegen donkerbruine laag die in de richting van het zuiden steeds dikker werd. Er is hier sprake van een duin.
Op maandag 16 oktober begon men aan de laatste 27 meter riool. Later bleek dat men niet verder mocht i.v.m enkele oude markante bomen. Dit om de wortels te beschermen.
Vanaf deze plaats legt men op een hoger niveau een pvc-buis tot ongeveer 40 meter naar het zuiden. Na de een na laatste put moest men `s middags eerst een halve buis leggen. Deze buis was niet voorradig en zou later komen. Men ging nu eerst een eind terug de sleuf weer dicht storten met zand.
Dat was voor mij de gelegenheid om waarnemingen in de sleuf te doen.
Belangrijk voor mij was om in de wand een mooi profiel te maken. De sleuf was op die plaats een rioolbuis lang en diep tot op de gele zand. het stuk voor de put was alweer voor een deel dichtgegooid met grond.
Ik zag dat op een bepaalde plaats de bruine grond overging in licht grijs en wat dieper de gele zand in. Ik kon het geheel niet meteen verklaren. Toen ik het wat van dichterbij bekeek zag ik wel enkele kleine stukjes bot.
Toen ik op een bepaalde plaats met de troffel een mooi profiel maakte viel er plots een grote scherf uit en werd een lichtbruine aardewerk gebroken pot zichtbaar. Deze zat net onder of tegen een oudtijds vuile licht kleurige verrommelde laag wegverharding. Deze liep overigens door naar het zuiden.
Naast de pot was een klein rond roestig plekje zichtbaar dat duidelijk geraakt was door de graafmachine. Het bleek bij nader onderzoek een langer stuk ijzer dat in de wand stak richting oost. Natuurlijk heb ik het stuk ijzer eruit gehaald omdat de graafmachine het anders nog een keer zou raken. Bij nader inzien bleek het een bijna gave ijzeren lanspunt te zijn.
Ook de scherven heb ik meegenomen en de crematieresten, waartussen een klein stukje brons.
leerbeslag of speld) Die avond heb ik thuis proberen uit te zoeken wat het een of ander voorstelde. Bij voorbaat dacht ik aan de Merovingische Tijd.
De volgende dag op dinsdag 17 -10 ben ik weer naar `t Zand teruggegaan om de graafwerkzaamheden te volgen niet met de gedachte nog meer te vinden.
Op de rand van de sleuf volgde ik de verrichtingen van de werkmannen.
Ik zag wel steeds enkele dieperliggende verkleuringen, maar ik kon verder niets doen. Het tempo lag vrij hoog. In de pauze van de mannen had ik kans de verkleuringen aan een nader onderzoek te werpen. op een bepaalde plaats zag ik weer een roestige plek die door de graafmachine aangesneden was en helaas beschadigd. Bij nader onderzoek bleek dit een ijzeren zwaard (bleek later een sax) te zijn met nog sporen van hout op het handvat.
Even later werden de riool sleuven alweer toegedekt met zand en ging men verder met leggen tot het moment dat men niet verder mocht vanwege de boomwortels. Op het einde van die sleuf ook weer naar beneden lopende verkleuringen. Hier kwam ook weer een put.
Toen ik op een plaats ( die ik met een kruis in het zand gemarkeerd had ) een profiel ging steken in de wand ( het zand was alweer teruggestort tot boven aan de rioolbuis) stootte ik met de troffel op een aantal fragmenten van ijzer ( bleek later van een ijzeren schildknop te zijn). Ook hiervan was weer een deel weggeschept door de graafmachine. Toen ik de ijzerresten met mijn troffel wilde opscheppen stootte ik op iets hards. Het bleek een aardewerk pot met radstempelversieringen te zijn die op zijn kop geplaatst was. Ik heb deze eruit gehaald en mee naar huis genomen. Later heb ik die plek nog ingetekend en gefotografeerd. Ook werd er door de kraan een plaats aangesneden waar een ronde witte plek tevoorschijn kwam.
Het bleken resten van een schedel te zijn. Een werkman schepte nog lachend een deel op de kant en zei dat het gruis was. Er zaten echter nog enkele tanden tussen. Alles werd daarna weggeschept en kwam op de stort terecht. Tijdens het graven kon ik op de stort niet veel doen dan in de weg lopen en een verder teruggelegen deel met de detector onderzoeken. Helaas werd al snel weer een deel van de stort teruggegooid in de sleuf ook het riool met zand vast te leggen. Dit werd ook meteen weer aangestampt met een trilapparaat. Tussen dit aangetrilde zand vond ik nog een zwaard dat ernstig beschadigd was door de graafmachine
Dit alles aan de oostzijde van de sleuf.
Woensdag 18 -10.
Aan de westzijde waren ook enkele verkleuringen zichtbaar. Bij het schaven van de wand naast het inmiddels met zand toegedekte riool nog een plaat met roest( een gebogen lanspunt en een gebogen mes) Ook waren er sporen van een schedel zichtbaar.
Op de stort aan de oostzijde lag een donkere plek met zwarte verkleuringen. Een deel was alweer teruggekiept in de sleuf. Hiertussen allerlei scherven met radstempelversieringen een bronzen gesp, een stukje glas en nog enkele stukjes brons. Vlakbij op de stort lag een gave ijzeren lanspunt.
Donderdag 19-10.
Tijdens het terugstorten van de grond ter vulling van de gehele rioolsleuf kon ik nog een gaaf potje en een aardewerk scherf wegpakken voordat de graafmachine het in de sleuf deponeerde. Op een andere plaats op de stort vond ik een plaats met talloze aardewerkschreven met radstempelversiering.
voorbeeld; XIIIIIIIIIIXIIIIIIIIIIXIIIIIIIIIIX.
Verder heb ik de wanden naast het riool geschaafd en grijze plekken gefotografeerd.
Vrijdag 20-10
Ik heb van de hele vindplaats een provisorische schets gemaakt (lengte van 27 meter van noord naar zuid) en beschreven.
Grijze plek van donderdag ingemeten en ten zuiden hiervan de wand nogmaals geschaafd en ingemeten waar eerder vermelde de schildknop zat en de aardewerk pot met radstempelversiering.
`s Middags de plaatsen nogmaals geschaafd; er hadden veel kinderen gespeeld. Tijdens het schaven werd een wit cirkeltje zichtbaar. Bij nadere inspectie was dit een schedel waarvan de tanden nog gaaf waren. Tussen die tanden bevond zich een munt en een gele ronde en een blauwe langwerpige kraal. Vlakbij lag nog een muntsieraad (speld) Ik heb de wand wat dieper geschaafd omdat er maandag een buis gelegd werd. Verder niet meer in de put gewerkt. Mocht niet van de uitvoerder om te voorkomen dat er later in het wegdek verzakkingen konden komen.
Voor de rest heb ik alleen alleen op de stort gewerkt met de schop en detector.
Er heeft nog iemand al die dagen op de stort gezocht en die vondsten ( voornamelijk ijzer heb ik gezien.
Ik heb geprobeerd al het ijzer uit de stort te verzamelen. Ik heb vermoedelijk het stuk handvat (gevest) van een zwaard teruggevonden, zes stukken van de schildknop, een ijzeren mes en talloze ijzeren spijkers en stukken ijzer. Verder heb ik nog een kleine munt, identiek aan de munt in de schedel, gevonden en nog wat stukjes brons. Verder nog een afgebroken deel van de eerder vermelde lanspunt en vermoedelijk nog wat delen ervan. Ook nog enkele aardewerk scherven
Er kwam op de stort nog een plaats tevoorschijn waar meerde scherven bij elkaar lagen.
Naar mijn weten heeft er niemand anders gezocht behalve de bovengenoemde persoon die een goede kennis van mij is..
Wat de werkmannen op maandag 23 oktober nog gevonden hebben bij het dichtgooien van het laatste stukje sleuf weet ik niet.
Misschien hoor ik dat nog wel.
Ik heb de leidinggevende mensen van het bedrijf verteld dat ik maandag 21-10 deze nieuwe vindplaats bij de officiële instantie zou melden.
Op deze plaats werkt men momenteel niet verder. Men gaat een heel eind zuidwaarts werken richten het noorden zodat men over enkele weken weer vlak bij de vindplaats komt.
Wanneer de verhoogde pvc-buis aangelegd wordt weet ik niet.
Van het begin van deze vindplaats is nog maar 27 meterriool gelegd van noord naar zuid. Er blijft nog ongeveer 40 meter verhoogde duin richting het zuiden over voordat het terrein weer wat afloopt.
Als er iemand van het ROB komt kijken dan wil ik daar graag bij zijn.
Bij dit verhaal hoort een copie van een kadastrale kaart waarop een en ander staat aangetekend.
Vindplaats: Men heeft dwars door een Merovingisch grafveld de rioolsleuf aangelegd. Naast de nieuwe rioolsleuf ligt de oude. Deze wordt niet verwijderd maar volgespoten met schuim. Er zij geen vondsten bekend tijdens de vroegere aanleg van het riool. Toen men na enkele weken op de plaats kwam waar een omleidingsriool gelegd diende te worden, vanwege de wortels van oude bomen, zijn nog een aantal graven waargenomen en zijn er vondsten gedaan waaronder een groot Merovingische ijzeren zwaard
Interessant voor Boxmeer.
Eerste oorsprong van Boxmeer krijgt meer gestalte als er ook nog nederzettingssporen gevonden worden.
Opm: 98 % van de vondsten zijn op de stort (het zand, uit de rioolsleuf, dat op de kant werd gegooid) gevonden.
Tijdperk: Merovingisch
7e eeuw of vroeger.
Boxmeer, een verslag
16-10-2000
Reddingsoperatie ‘t Zand Boxmeer.
Op de oude oeverwal aan `t Zand te Boxmeer liet de Gemeente Boxmeer een nieuwe riolering aanleggen.
Naar mijn verwachting zou op deze plek wel eens de Romeinse weg aan het licht kunnen komen. Men is aan de zuidzijde(bij de Nepomukkapel, splitsing Veerstraat) begonnen.
In het begin heb ik enkele weken te vergeefs gezocht!
Een enkel ijzertijd scherfje. Een zijde van de sleuf was verstoord door het lang geleden aanleggen van het riool.
De andere zijde van de sleuf vertoonde veel verstoringen en een diep liggende ongestoorde grondlaag.
`s Maandag is men met de werkzaamheden op een interessante plaats aangekomen, vlak bij het eerste huis aan de linker kant. Daar lag donkergrijze laag doorlopend over een tiental meters. Deze laag werd steeds dunner en ging langzaam over in een hoger gelegen donkerbruine laag die in de richting van het zuiden steeds dikker werd. Er is hier sprake van een duin.
Op maandag 16 oktober begon men aan de laatste 27 meter riool. Later bleek dat men niet verder mocht i.v.m enkele oude markante bomen. Dit om de wortels te beschermen.
Vanaf deze plaats legt men op een hoger niveau een pvc-buis tot ongeveer 40 meter naar het zuiden. Na de een na laatste put moest men `s middags eerst een halve buis leggen. Deze buis was niet voorradig en zou later komen. Men ging nu eerst een eind terug de sleuf weer dicht storten met zand.
Dat was voor mij de gelegenheid om waarnemingen in de sleuf te doen.
Belangrijk voor mij was om in de wand een mooi profiel te maken. De sleuf was op die plaats een rioolbuis lang en diep tot op de gele zand. het stuk voor de put was alweer voor een deel dichtgegooid met grond.
Ik zag dat op een bepaalde plaats de bruine grond overging in licht grijs en wat dieper de gele zand in. Ik kon het geheel niet meteen verklaren. Toen ik het wat van dichterbij bekeek zag ik wel enkele kleine stukjes bot.
Toen ik op een bepaalde plaats met de troffel een mooi profiel maakte viel er plots een grote scherf uit en werd een lichtbruine aardewerk gebroken pot zichtbaar. Deze zat net onder of tegen een oudtijds vuile licht kleurige verrommelde laag wegverharding. Deze liep overigens door naar het zuiden.
Naast de pot was een klein rond roestig plekje zichtbaar dat duidelijk geraakt was door de graafmachine. Het bleek bij nader onderzoek een langer stuk ijzer dat in de wand stak richting oost. Natuurlijk heb ik het stuk ijzer eruit gehaald omdat de graafmachine het anders nog een keer zou raken. Bij nader inzien bleek het een bijna gave ijzeren lanspunt te zijn.
Ook de scherven heb ik meegenomen en de crematieresten, waartussen een klein stukje brons.
leerbeslag of speld) Die avond heb ik thuis proberen uit te zoeken wat het een of ander voorstelde. Bij voorbaat dacht ik aan de Merovingische Tijd.
De volgende dag op dinsdag 17 -10 ben ik weer naar `t Zand teruggegaan om de graafwerkzaamheden te volgen niet met de gedachte nog meer te vinden.
Op de rand van de sleuf volgde ik de verrichtingen van de werkmannen.
Ik zag wel steeds enkele dieperliggende verkleuringen, maar ik kon verder niets doen. Het tempo lag vrij hoog. In de pauze van de mannen had ik kans de verkleuringen aan een nader onderzoek te werpen. op een bepaalde plaats zag ik weer een roestige plek die door de graafmachine aangesneden was en helaas beschadigd. Bij nader onderzoek bleek dit een ijzeren zwaard (bleek later een sax) te zijn met nog sporen van hout op het handvat.
Even later werden de riool sleuven alweer toegedekt met zand en ging men verder met leggen tot het moment dat men niet verder mocht vanwege de boomwortels. Op het einde van die sleuf ook weer naar beneden lopende verkleuringen. Hier kwam ook weer een put.
Toen ik op een plaats ( die ik met een kruis in het zand gemarkeerd had ) een profiel ging steken in de wand ( het zand was alweer teruggestort tot boven aan de rioolbuis) stootte ik met de troffel op een aantal fragmenten van ijzer ( bleek later van een ijzeren schildknop te zijn). Ook hiervan was weer een deel weggeschept door de graafmachine. Toen ik de ijzerresten met mijn troffel wilde opscheppen stootte ik op iets hards. Het bleek een aardewerk pot met radstempelversieringen te zijn die op zijn kop geplaatst was. Ik heb deze eruit gehaald en mee naar huis genomen. Later heb ik die plek nog ingetekend en gefotografeerd. Ook werd er door de kraan een plaats aangesneden waar een ronde witte plek tevoorschijn kwam.
Het bleken resten van een schedel te zijn. Een werkman schepte nog lachend een deel op de kant en zei dat het gruis was. Er zaten echter nog enkele tanden tussen. Alles werd daarna weggeschept en kwam op de stort terecht. Tijdens het graven kon ik op de stort niet veel doen dan in de weg lopen en een verder teruggelegen deel met de detector onderzoeken. Helaas werd al snel weer een deel van de stort teruggegooid in de sleuf ook het riool met zand vast te leggen. Dit werd ook meteen weer aangestampt met een trilapparaat. Tussen dit aangetrilde zand vond ik nog een zwaard dat ernstig beschadigd was door de graafmachine
Dit alles aan de oostzijde van de sleuf.
Woensdag 18 -10.
Aan de westzijde waren ook enkele verkleuringen zichtbaar. Bij het schaven van de wand naast het inmiddels met zand toegedekte riool nog een plaat met roest( een gebogen lanspunt en een gebogen mes) Ook waren er sporen van een schedel zichtbaar.
Op de stort aan de oostzijde lag een donkere plek met zwarte verkleuringen. Een deel was alweer teruggekiept in de sleuf. Hiertussen allerlei scherven met radstempelversieringen een bronzen gesp, een stukje glas en nog enkele stukjes brons. Vlakbij op de stort lag een gave ijzeren lanspunt.
Donderdag 19-10.
Tijdens het terugstorten van de grond ter vulling van de gehele rioolsleuf kon ik nog een gaaf potje en een aardewerk scherf wegpakken voordat de graafmachine het in de sleuf deponeerde. Op een andere plaats op de stort vond ik een plaats met talloze aardewerkschreven met radstempelversiering.
voorbeeld; XIIIIIIIIIIXIIIIIIIIIIXIIIIIIIIIIX.
Verder heb ik de wanden naast het riool geschaafd en grijze plekken gefotografeerd.
Vrijdag 20-10
Ik heb van de hele vindplaats een provisorische schets gemaakt (lengte van 27 meter van noord naar zuid) en beschreven.
Grijze plek van donderdag ingemeten en ten zuiden hiervan de wand nogmaals geschaafd en ingemeten waar eerder vermelde de schildknop zat en de aardewerk pot met radstempelversiering.
`s Middags de plaatsen nogmaals geschaafd; er hadden veel kinderen gespeeld. Tijdens het schaven werd een wit cirkeltje zichtbaar. Bij nadere inspectie was dit een schedel waarvan de tanden nog gaaf waren. Tussen die tanden bevond zich een munt en een gele ronde en een blauwe langwerpige kraal. Vlakbij lag nog een muntsieraad (speld) Ik heb de wand wat dieper geschaafd omdat er maandag een buis gelegd werd. Verder niet meer in de put gewerkt. Mocht niet van de uitvoerder om te voorkomen dat er later in het wegdek verzakkingen konden komen.
Voor de rest heb ik alleen alleen op de stort gewerkt met de schop en detector.
Er heeft nog iemand al die dagen op de stort gezocht en die vondsten ( voornamelijk ijzer heb ik gezien.
Ik heb geprobeerd al het ijzer uit de stort te verzamelen. Ik heb vermoedelijk het stuk handvat (gevest) van een zwaard teruggevonden, zes stukken van de schildknop, een ijzeren mes en talloze ijzeren spijkers en stukken ijzer. Verder heb ik nog een kleine munt, identiek aan de munt in de schedel, gevonden en nog wat stukjes brons. Verder nog een afgebroken deel van de eerder vermelde lanspunt en vermoedelijk nog wat delen ervan. Ook nog enkele aardewerk scherven
Er kwam op de stort nog een plaats tevoorschijn waar meerde scherven bij elkaar lagen.
Naar mijn weten heeft er niemand anders gezocht behalve de bovengenoemde persoon die een goede kennis van mij is..
Wat de werkmannen op maandag 23 oktober nog gevonden hebben bij het dichtgooien van het laatste stukje sleuf weet ik niet.
Misschien hoor ik dat nog wel.
Ik heb de leidinggevende mensen van het bedrijf verteld dat ik maandag 21-10 deze nieuwe vindplaats bij de officiële instantie zou melden.
Op deze plaats werkt men momenteel niet verder. Men gaat een heel eind zuidwaarts werken richten het noorden zodat men over enkele weken weer vlak bij de vindplaats komt.
Wanneer de verhoogde pvc-buis aangelegd wordt weet ik niet.
Van het begin van deze vindplaats is nog maar 27 meterriool gelegd van noord naar zuid. Er blijft nog ongeveer 40 meter verhoogde duin richting het zuiden over voordat het terrein weer wat afloopt.
Als er iemand van het ROB komt kijken dan wil ik daar graag bij zijn.
Bij dit verhaal hoort een copie van een kadastrale kaart waarop een en ander staat aangetekend.
Vindplaats: Men heeft dwars door een Merovingisch grafveld de rioolsleuf aangelegd. Naast de nieuwe rioolsleuf ligt de oude. Deze wordt niet verwijderd maar volgespoten met schuim. Er zij geen vondsten bekend tijdens de vroegere aanleg van het riool. Toen men na enkele weken op de plaats kwam waar een omleidingsriool gelegd diende te worden, vanwege de wortels van oude bomen, zijn nog een aantal graven waargenomen en zijn er vondsten gedaan waaronder een groot Merovingische ijzeren zwaard
Interessant voor Boxmeer.
Eerste oorsprong van Boxmeer krijgt meer gestalte als er ook nog nederzettingssporen gevonden worden.
Opm: 98 % van de vondsten zijn op de stort (het zand, uit de rioolsleuf, dat op de kant werd gegooid) gevonden.
Tijdperk: Merovingisch
7e eeuw of vroeger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten