De graafmachine of kraan op een opgraving.
Geplaatst door: dickreijnen04/11/2008
De kraan of graafmachine is een onmisbaar element bij een opgraving.
Een definitieve opgraving vindt plaats wanneer archeologische resten niet in de bodem bewaard kunnen blijven, maar wel van belang zijn voor de wetenschap. Bij een dergelijke opgraving wordt de archeologische vindplaats in zijn geheel onderzocht. Hierbij worden met een graafmachine op het archeologische niveau zogenaamde vlakken (putten)aangelegd. Dat betekent dat men op de juiste diepte de grond laag voor laag afgraaft en opschaaft met de bak. De archeologen schaven dan met de schop het vlak verder op waardoor de grondsporen zich duidelijker aftekenen in de ondergrond.
De kraanmachinist is degene die met zijn kraan het meeste werk cq grond verzet. Tot nu toe zijn er in 2 maanden tijd al heel wat kuubs grond in de bak en uit de bak gegaan. Menig kind had en heeft een droom om ooit kraanmachinist te worden. Ik moet toegeven dat het werk van zo’n kraan altijd interessant is om te bekijken. Een foto ervan maken is dan ook vanzelfsprekend.
Een impressie:
Met dank aan Nol, Eugene en Jan
Nol de Wit en zijn broer Ben werken al 40 jaar met hun kranen op opgravingen. Lees de volgende berichten.
De gebroeders De Wit
De graafmachinisten Ben en Nol de Wit zijn voorgedragen door het bedrijf ADC ArcheoProjecten en de gemeente Utrecht vanwege hun grote verdiensten voor de archeologie. De gebroeders hebben overal gegraven. Ben werkte zeer lang in Wijk bij Duurstede en beleefde bijzondere opgravingen in Nijmegen, Voerendaal, Leiden en later langs de Betuweroute, Middelburg, Woerden en Utrecht. Ook Nol begon in Wijk bij Duurstede kwam via vele onderzoeken via Valkenburg (ZH) en Kerkrade in Utrecht. Bij hun nominatie gelden de volgende eigenschappen en verdiensten. Ze hebben hart voor het vak
archeologie, stonden aan de wieg van technische vernieuwing op opgravingen en legden mooie opgravingsvlakken aan.
Juke Dijksta van ADC ArcheoProjecten: "Het is goed werken met de broers. De bouwketen zijn schoon, de koffie is lekker. Daarnaast hebben ze meegewerkt aan de ontwikkeling van de archeologische zeef (de "lutterzeef"), de fotobak en de schaafbak. De aanleiding voor de nominatie is het feit dat Ben de Wit dit jaar 40 jaar in het vak zit .
De graafmachinisten Ben en Nol de Wit zijn voorgedragen door het bedrijf ADC ArcheoProjecten en de gemeente Utrecht vanwege hun grote verdiensten voor de archeologie. De gebroeders hebben overal gegraven. Ben werkte zeer lang in Wijk bij Duurstede en beleefde bijzondere opgravingen in Nijmegen, Voerendaal, Leiden en later langs de Betuweroute, Middelburg, Woerden en Utrecht. Ook Nol begon in Wijk bij Duurstede kwam via vele onderzoeken via Valkenburg (ZH) en Kerkrade in Utrecht. Bij hun nominatie gelden de volgende eigenschappen en verdiensten. Ze hebben hart voor het vak
archeologie, stonden aan de wieg van technische vernieuwing op opgravingen en legden mooie opgravingsvlakken aan.
Juke Dijksta van ADC ArcheoProjecten: "Het is goed werken met de broers. De bouwketen zijn schoon, de koffie is lekker. Daarnaast hebben ze meegewerkt aan de ontwikkeling van de archeologische zeef (de "lutterzeef"), de fotobak en de schaafbak. De aanleiding voor de nominatie is het feit dat Ben de Wit dit jaar 40 jaar in het vak zit .
De broers Ben en Nol de Wit, beide kraanmachinisten uit Maurik, hebben op vrijdag 18 november 2005 de Grote Prijs der Nederlandse Veldarcheologie gewonnen. De Grote Prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een persoon die veel voor de archeologie betekent door zijn of haar inspanningen in het veld. De uitreiking vond plaats op het congres van de Stichting voor de Nederlandse Archeologie. De prijs is een initiatief van het Werkverband Veldarcheologie van de Nederlandse Vereniging van Archeologen (NVvA) in samenwerking met adviesbureau Hazenberg Archeologie Leiden bv.
Ben en Nol de Wit zijn sinds jaar en dag werkzaam in de archeologie en hebben als kraanmachinisten op de grootste en belangrijkste opgravingen in Nederland gestaan. Hiermee zijn ze ook niet meer weg te denken uit de geschiedenis van de Nederlandse archeologie. Ben zit dit jaar 40 jaar in de archeologie, Nol heeft die mijlpaal bijna bereikt.
De broers hebben nieuwe technische ontwikkelingen in de archeologie gexefntroduceerd. Vooral de schaafbak heeft in heel Nederland navolging gevonden en is niet meer weg te denken uit de Nederlandse archeologie. Andere ontwikkelingen zijn de fotobak aan de kraan en de Lutterzeef. Daarnaast hebben Nol en Ben vooral ook vanwege hun hart voor het vak de prijs gewonnen. Ze denken altijd mee met de archeologen in het veld en zijn nooit te beroerd om een schep of meetlat te pakken. En met Ben of Nol op de opgraving is de keet altijd brandschoon!
Een hele eer om met Nol te werken!!!!!!!!!!!!!, aldus Chris.
Attentie: Zo gaat het niet op STERCKWIJCK klik op Sterckwijck en verbaas u.
Ik denk dat Nol dit ook wel klaarspeelt met zijn kraan.
Ik zie het Roy, Wouter, Chris, Nienke of de anderen nog niet nadoen maar wie weet misschien komen ze hierdoor wel in de verlegenheid. We mogen hopen van niet.
Gegroet, Dick Reijnen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten