Mooie vondst: penning uit 1602
Geplaatst 20/04/2012
Mooie vondst: penning 1602
penning 1602
Bij de afbraak van de winkel van Berkvens te Boxmeer, waar nu Live your Loft is, werd in 2009 een penning uit 1602 met de naam Grave gevonden
achterzijde: QVI .DEVS .AD . THENAS .IATITANTEM .TERRVIT . HOSTEM Vertaling: “Dezelfde God die de verschuilende vijand bij Tienen verbaasde”
afbeelding: het Spaanse leger van Mendoza houdt zich verscholen bij Tienen achter verschansingen, ondanks dat het Staatse leger onder Maurits zeer dicht genaderd is. Binnenin staat de Goddelijke naam Jahweh …………………………………………………………………………
Voorzijde: HIC . DEVS . AVRAICIS . EREPTAM . REDDIDIT . URBAM en het jaartal 1602.
Binnenin staat: GRAVE Vrij vertaald staat de tekst in verband met ‘het ontnemen en teruggeven van de stad Grave door God’.
Afbeelding: Prins Maurits en het Staatse leger tegen de Spanjaarden, verschanst achter een walgravensysteem te Grave.
afbeeldingen (foto MPO, munt en postzegel organisatie)
De penning die ik gevonden heb is niet van die kwaliteit dan die op de foto doch de teksten en het jaartal 1602 en de naam Jaweh en Grave zijn goed te lezen.
Deze verzilverde penning is een jeton of rekenpenning: Door de slijtage is hij waarschijnlijk wel als munt in omloop geweest.
Met rekenpenningen werd vanaf de 12e eeuw tot de 16e eeuw in West-Europa gerekend op een rekenbord of rekendoek. Voor het woord rekenpenning wordt ook vaak het uit het Frans afkomstige woord jeton gebruikt, maar “jeton” betekent toch eigenlijk meer dan alleen rekenpenning. Het kan net als het Engelse begrip “token” ook verwijzen naar gildepenningen, speelpenningen, toegangspenningen of bijvoorbeeld door groot winkelbedrijven verzorgde penninkjes voor verrekening van klein geld bij een gebrek aan dat laatste.
Het rekenbord of -doek, waarbij op horizontale lijnen van verschillende waarde met penningen, steentjes of anderszins werd opgeteld, afgetrokken, vermenigvuldigd etc., bestond al bij de Romeinen maar was in de middeleeuwen buiten gebruik geraakt. De opbloeiende handel in Italië en Frankrijk zorgde voor hernieuwde introductie, waarbij het systeem rond 1600 in onbruik geraakte door de invoering van nieuwe rekenmethoden en pen en papier.
Rekenpenningen waren al vanaf het begin van decoratie voorzien. In de tweede helft van de 16e eeuw werd die decoratie vooral in de Nederlanden van politieke aard. Uiteindelijk was dat politieke karakter zo belangrijk dat het één van de redenen was dat ze nog werden geïntroduceerd lang nadat niet meer met rekenbord of rekendoek werd gerekend.
Vanaf het midden van de 17e eeuw begon de rekenpenning zich meer en meer als speelpenning of fiche te manifesteren, waarbij door de producenten (Neurenberg was een groot centrum) vaak werd teruggegrepen naar historische rekenpenningen, maar dan meestal in verkleinde vorm.
De meeste rekenpenningen worden geslagen in koper, messing of zilver – hoogst zelden, en dan waarschijnlijk al als speelpenning, in schildpad of walvisbalein – en lijken oppervlakkig dan ook op munten. Omdat ze met de hand moeten worden gelegd op het bord of doek, zijn ze ongeveer een duim ofwel rond 25 mm in doorsnee en voor betere stapelbaarheid is de aangebrachte decoratie niet diep.
Het staat vast dat een belangrijk deel van de als aardigheidje door de vorst gegeven vroege rekenpenningen als betaalmiddel in circulatie werd gebracht, evenals de latere jaarlijkse overtollige rekenpenningen van de klerken – en zelfs wellicht de “bobo’s” – of in het geval van zilveren exemplaren voor verwerking door zilversmeden of het munthuis werden aangeboden. Dit wordt onder meer aangetoond door de grote aantallen zwaar versleten en daarom ook niet verzamelwaardige rekenpenningen die nog in de bodem worden gevonden of die nog bewaard zijn gebleven, nadat ze in ieder geval na onze geldsanering in het midden van de 19e eeuw niet meer voor betaling konden worden gebruikt. Het gebruik van een leg op het rekenbord of -doek zou in enkele jaren van gebruik niet zo’n slijtage veroorzaken.
Er is weinig bekend over het gebruik van rekenpenningen in het zakelijk verkeer, zoals bij de boekhouding van kooplui of als hulpmiddel voor geldwisselaars. Daar zal een penning langer in gebruik zijn gebleven, maar zal slijtage in het algemeen ook gering zijn.
Speelpenningen werden ook al vroeg gebruikt bij kaart- of bordspelen. Bij het spel in herbergen en dergelijke gelegenheden zal het toch meestal om geldelijk gewin zijn gegaan en waarschijnlijk hebben oudere rekenpenningen daarbij ook een rol gespeeld, hetgeen aan hun rol in de geldcirculatie geen afbreuk doet.
In verband met de historische gebeurtenis, afgebeeld op deze penning, n.l. het beleg van Grave is deze penning permanent te zien in het museum in Grave: http://www.graafsmuseum.nl/
Dick Reijnen
penning 1602
Bij de afbraak van de winkel van Berkvens te Boxmeer, waar nu Live your Loft is, werd in 2009 een penning uit 1602 met de naam Grave gevonden
achterzijde: QVI .DEVS .AD . THENAS .IATITANTEM .TERRVIT . HOSTEM Vertaling: “Dezelfde God die de verschuilende vijand bij Tienen verbaasde”
afbeelding: het Spaanse leger van Mendoza houdt zich verscholen bij Tienen achter verschansingen, ondanks dat het Staatse leger onder Maurits zeer dicht genaderd is. Binnenin staat de Goddelijke naam Jahweh …………………………………………………………………………
Voorzijde: HIC . DEVS . AVRAICIS . EREPTAM . REDDIDIT . URBAM en het jaartal 1602.
Binnenin staat: GRAVE Vrij vertaald staat de tekst in verband met ‘het ontnemen en teruggeven van de stad Grave door God’.
Afbeelding: Prins Maurits en het Staatse leger tegen de Spanjaarden, verschanst achter een walgravensysteem te Grave.
afbeeldingen (foto MPO, munt en postzegel organisatie)
De penning die ik gevonden heb is niet van die kwaliteit dan die op de foto doch de teksten en het jaartal 1602 en de naam Jaweh en Grave zijn goed te lezen.
Deze verzilverde penning is een jeton of rekenpenning: Door de slijtage is hij waarschijnlijk wel als munt in omloop geweest.
Met rekenpenningen werd vanaf de 12e eeuw tot de 16e eeuw in West-Europa gerekend op een rekenbord of rekendoek. Voor het woord rekenpenning wordt ook vaak het uit het Frans afkomstige woord jeton gebruikt, maar “jeton” betekent toch eigenlijk meer dan alleen rekenpenning. Het kan net als het Engelse begrip “token” ook verwijzen naar gildepenningen, speelpenningen, toegangspenningen of bijvoorbeeld door groot winkelbedrijven verzorgde penninkjes voor verrekening van klein geld bij een gebrek aan dat laatste.
Het rekenbord of -doek, waarbij op horizontale lijnen van verschillende waarde met penningen, steentjes of anderszins werd opgeteld, afgetrokken, vermenigvuldigd etc., bestond al bij de Romeinen maar was in de middeleeuwen buiten gebruik geraakt. De opbloeiende handel in Italië en Frankrijk zorgde voor hernieuwde introductie, waarbij het systeem rond 1600 in onbruik geraakte door de invoering van nieuwe rekenmethoden en pen en papier.
Rekenpenningen waren al vanaf het begin van decoratie voorzien. In de tweede helft van de 16e eeuw werd die decoratie vooral in de Nederlanden van politieke aard. Uiteindelijk was dat politieke karakter zo belangrijk dat het één van de redenen was dat ze nog werden geïntroduceerd lang nadat niet meer met rekenbord of rekendoek werd gerekend.
Vanaf het midden van de 17e eeuw begon de rekenpenning zich meer en meer als speelpenning of fiche te manifesteren, waarbij door de producenten (Neurenberg was een groot centrum) vaak werd teruggegrepen naar historische rekenpenningen, maar dan meestal in verkleinde vorm.
De meeste rekenpenningen worden geslagen in koper, messing of zilver – hoogst zelden, en dan waarschijnlijk al als speelpenning, in schildpad of walvisbalein – en lijken oppervlakkig dan ook op munten. Omdat ze met de hand moeten worden gelegd op het bord of doek, zijn ze ongeveer een duim ofwel rond 25 mm in doorsnee en voor betere stapelbaarheid is de aangebrachte decoratie niet diep.
Het staat vast dat een belangrijk deel van de als aardigheidje door de vorst gegeven vroege rekenpenningen als betaalmiddel in circulatie werd gebracht, evenals de latere jaarlijkse overtollige rekenpenningen van de klerken – en zelfs wellicht de “bobo’s” – of in het geval van zilveren exemplaren voor verwerking door zilversmeden of het munthuis werden aangeboden. Dit wordt onder meer aangetoond door de grote aantallen zwaar versleten en daarom ook niet verzamelwaardige rekenpenningen die nog in de bodem worden gevonden of die nog bewaard zijn gebleven, nadat ze in ieder geval na onze geldsanering in het midden van de 19e eeuw niet meer voor betaling konden worden gebruikt. Het gebruik van een leg op het rekenbord of -doek zou in enkele jaren van gebruik niet zo’n slijtage veroorzaken.
Er is weinig bekend over het gebruik van rekenpenningen in het zakelijk verkeer, zoals bij de boekhouding van kooplui of als hulpmiddel voor geldwisselaars. Daar zal een penning langer in gebruik zijn gebleven, maar zal slijtage in het algemeen ook gering zijn.
Speelpenningen werden ook al vroeg gebruikt bij kaart- of bordspelen. Bij het spel in herbergen en dergelijke gelegenheden zal het toch meestal om geldelijk gewin zijn gegaan en waarschijnlijk hebben oudere rekenpenningen daarbij ook een rol gespeeld, hetgeen aan hun rol in de geldcirculatie geen afbreuk doet.
In verband met de historische gebeurtenis, afgebeeld op deze penning, n.l. het beleg van Grave is deze penning permanent te zien in het museum in Grave: http://www.graafsmuseum.nl/
Dick Reijnen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten